IMTREX® EC
Met Xemium®, super krachtig voor de aarbehandeling
Voordelen
- Optimale bescherming
- Werkzaam op de belangrijkste bladziekten
- Een zeer goede preventieve en curatieve werking
- De partner van Balaya® in de belangrijkste granen
Xemium® : BASF gedeponeerd handelsmerk voor de werkzame stof fluxapyroxad
Erkende toepassingen
Algemene informatie
| Naam | IMTREX® EC |
|---|---|
| Formulering | EC (Emulgeerbaar concentraat) |
| Actieve stoffen | 62.5 g/l Fluxapyroxad |
Bufferzone
Bufferzone van 1 m met klassieke techniek.
Bijkomende informatie
Erkenningsnr. : 10620P/B. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
Wintergerst
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladvlekkenziekte/ramularia | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bladvlekkenziekte gerst | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Dwergroest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Netvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Winterhaver
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Kroonroest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Winterrogge
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Winterspelt
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Wintertarwe
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Wintertriticale
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomergerst
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladvlekkenziekte/ramularia | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bladvlekkenziekte gerst | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Dwergroest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Netvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomerrogge
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomerspelt
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomertarwe
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomertriticale
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Algemeen
Algemene informatie
| Naam | IMTREX® EC |
|---|---|
| Formulering | EC (Emulgeerbaar concentraat) |
| Actieve stoffen | 62.5 g/l Fluxapyroxad |
Bufferzone
Bufferzone van 1 m met klassieke techniek.
Bijkomende informatie
Erkenningsnr. : 10620P/B. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
Toepassingen
Wintergerst
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladvlekkenziekte/ramularia | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bladvlekkenziekte gerst | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Dwergroest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Netvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Winterhaver
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Kroonroest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Winterrogge
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Winterspelt
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Wintertarwe
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Wintertriticale
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomergerst
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladvlekkenziekte/ramularia | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bladvlekkenziekte gerst | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Dwergroest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Netvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomerrogge
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomerspelt
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomertarwe
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |
Zomertriticale
| Probleem | Dosering | Toepassingstijdstip | Aantal toepassingen | Toepassingstijdstip voor de oogst |
|---|---|---|---|---|
| Bladseptoria | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Bruine roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Gele roest | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Midden uitstoeling - einde bloei (BBCH 30-69) | Max. 1-2 toepassingen met een interval van 21 dagen | |
| Oogvlekkenziekte | 2 l/ha, preventief of bij het verschijnen van de eerste symptomen (ook toepasbaar in zaadproductie). | Eerste knoop - tweede knoop (BBCH 31-32) | 1 toepassing |