Daar op de meeste percelen in België een rijke onkruidflora voorhanden is bestaat een succesvolle onkruidbestrijding in bieten bijna altijd uit een combinatie van een vooropkomstbehandeling gevolgd door 3 tot 4 na-opkomstbehandelingen. Onkruiden hebben immers een sterke invloed op de opbrengst en hebben bovendien een negatieve invloed op de oogstwerkzaamheden.
Bieten kunnen slechts groeien en maximaal suiker produceren wanneer ze gevrijwaard blijven van ziekten. De ziekten die in Belgie het meest optreden en nadelig zijn voor de teelt zijn cercospora, ramularia, echte meeldauw en roest.
west
east
Belangrijkste ziekten
Cercospora
Cercospora verspreidt zich vanuit haarden over een heel bietenperceel. Bij sterke aantastingen door de schimmel gaat een groot deel van het blad van de bietenplant verloren. Als reactie gaat de plant nieuw blad vormen. Deze hergroei kan enorme verliezen (tot wel 50%) aan wortelgewicht en suikergehalte veroorzaken. Sporen overleven vaak meerdere jaren in de bodem.
Ramularia
Als de omstandigheden gunstig zijn voor de Ramulariaschimmel kan de schade door suikerverliezen oplopen tot ruim 25%. Bij zware aantastingen lopen vlekken in elkaar over waardoor aan het eind van het seizoen hele bladdelen verdrogen. Sporen van Ramularia kunnen lang op gewasresten in de grond achterblijven.
Echte meeldauw
In de vroegste fase van de ziekte komt echte meeldauw op afzonderlijke planten voor. Onder gunstige omstandigheden kan de schimmel zich vervolgens snel verspreiden over een heel bietenperceel. De aanwezigheid van de schimmel op het bietengewas vermindert de werking van chlorofyl in het blad en veroorzaakt daardoor opbrengstverliezen.
Roest
Een zware aantasting van roest in suikerbieten kan zorgen voor opbrengstderving. De schade wordt met name veroorzaakt door vroegtijdige uitdroging van het bietenblad. Roest komt vooral in het westen en zuidwesten van het land voor en de ziektedruk kan van jaar tot jaar sterk verschillen.